Reactie Ons Mooi Epe op BEA N794

Op de site van de provincie zijn de documenten van de BEA te downloaden: https://www.gelderland.nl/1/Provincie-Gelderland/Beheer/Supporting-Content/Documenten/Verkeer-en-vervoer/N-wegen/N794/Rapportage-Bomen-Effect-Analyse.html

Onze bomenspecialist Annemiek van Loon heeft deze documenten bestudeerd en geeft daarop onderstaande reactie:

Conclusie:
De randvoorwaarden waarbinnen deze BEA is uitgevoerd zijn niet duidelijk benoemd. Wat binnen het ontwerp en de uitvoering staat vast? Alternatieven voor boombehoud lijken volgend op een vaststaand ontwerp. De BEA schets geen scenario’s voor boombehoud en aanpassing van dit ontwerp. De voorgestelde drukverdelende mat is slechts een technische uitwerking voor een compromis tussen boombehoud en aanleg fietspad. Een toelichting op de werking, maatvoering en eisen van aanleg ontbreken. De in het rapport genoemde optie voor aanpassing van de breedte van het fietspad wordt bij de adviezen verder niet meer genoemd terwijl juist dit veel bomen kan sparen.

Genoemd wordt dat gewerkt wordt volgens de methode Handboek Bomen. Deze methode wordt niet consequent gevolgd waardoor de rapportage het karakter van een BEA verliest.

De grote meerwaarde van deze BEA is dat bomenkap nu is beoordeeld op basis van de werkelijk aanwezige wortels. Dit in tegenstelling tot eerder gehanteerde theoretische normen. Er is gedegen veldonderzoek uitgevoerd.

  1. Boomadviesbureau De Groot heeft een advies uitgebracht in de BEA van 4 oktober 2016. Heeft provincie Gelderland aangegeven dit advies op te volgen?
  2. Handboek bomen geeft aan dat de projectstatus waarin de BEA wordt uitgevoerd moet worden aangegeven § 16.10. Dit ontbreekt. ‘De fase waarin een project zich bevindt geeft onder andere inzicht in welke mate bijstelling van het project al dan niet uitvoerbaar(onherroepelijk of onomkeerbaar) is evenals de mate waarin het projectplan binnen de BEA al dan niet volledig kan worden beoordeeld.’ Zo stelt het handboek bomen. Uit de BEA kan worden opgemaakt dat er sprake is van een definitief ontwerp. Er worden geen aanpassingen van het ontwerp voorgesteld of onderzocht. De aanpassingen die worden voorgesteld om bomen te behouden strekken niet verder dan een technische uitwerking van een vaststaand ontwerp. Weliswaar een boomvriendelijke uitwerking maar naar het schijnt binnen de strakke randvoorwaarden van een definitief ontwerp. Feitelijk heeft de BEA hiermee niet de werking die een BEA behoort te hebben. Handboek bomen hierover: ‘De BEA dient inzicht te geven in de kernvraag of de betreffende boom of bomen binnen het project in de huidige verschijningsvorm en op de huidige standplaats duurzaam gehandhaafd kan/kunnen worden en welke projectaanpassingen, gerichte (bescherming)maatregelen en randvoorwaarden hiervoor noodzakelijk zijn.’ Projectaanpassingen blijven in deze BEA achterwege.
  3. Een viertal bomen in de Norelbocht krijgen een kapadvies ‘i.v.m. verhoogde kans op bezwijken i.v.m. kap buurbomen’ (volgens tabel bijlage 6). Voor nog eens twee bomen wordt dezelfde reden voor kap genoemd met daarnaast ook andere reden (aanleg fietspad/slechte conditie of kwaliteit) . Deze buurbomen staan op het terrein van de Ontmoeting. Was het voor deze BEA uitgangspunt dat de bomen bij de Ontmoeting gekapt gaan worden? Waarom wordt dit niet vermeld? Bij een BEA hoort de status van de omschrijving van het project en de probleemstelling volledig te zijn. Dit zou dus betekenen dat de bomen behouden kunnen blijven wanneer de bomen bij De Ontmoeting blijven staan.
  4. Pag. 5: De Groot hanteert de methode Handboek bomen. Op het punt Beleidsstatus (14.26). wordt hiervan afgeweken met als motivatie dat dit van geen toegevoegde waarde is voor deze BEA. Dit terwijl de bomen zowel op provinciaal niveau als op gemeentelijk niveau een beleidsstatus hebben die een hoger inspanningsniveau voor behoud vragen.
  5. Pag. 5: De Groot hanteert de methode Handboek bomen. Op het punt Beleidsstatus (14.26). wordt hiervan afgeweken met als motivatie dat dit van geen toegevoegde waarde is voor deze BEA. Dit terwijl de bomen zowel op provinciaal niveau als op gemeentelijk niveau een beleidsstatus hebben die een hoger inspanningsniveau voor behoud vragen.
  6. Pag. 5: De Groot hanteert de methode Handboek bomen. Op het punt Beleidsstatus (14.26). wordt hiervan afgeweken met als motivatie dat dit van geen toegevoegde waarde is voor deze BEA. Dit terwijl de bomen zowel op provinciaal niveau als op gemeentelijk niveau een beleidsstatus hebben die een hoger inspanningsniveau voor behoud vragen.
  7. Pag 14 §7.1: boom 1368 en boom 2551 zijn aan een nader onderzoek onderworpen (m.b.v. prikstok en/of resistograaf). Van dit nader onderzoek zijn geen verdere bevindingen bijgevoegd. Voor de getrokken conclusies is het van belang te weten welke aantasting is geconstateerd, of deze progressief is en hoe verhoudt zich dit tot de conditie en herstelvermogen van de boom, wat de verhouding windbelasting/stamvoet is en wat de geconstateerde restwanddikte is.
  8. Er wordt slechts 1 alternatief benoemd. Op dit krattensysteem wordt vervolgens geen nadere toelichting gegeven. Hoe werkt het? En waarom biedt dit mogelijkheden voor duurzaam behoud van de bomen? Wat heeft het voor consequenties m.b.t. de aanleg en het fietspad? Kortom waar kiest de opdrachtgever voor wanneer zij het advies opvolgt?